Samen wérken begint met samen léren

Op de kraamafdeling van het OLVG West weten ze hoe het moet








Interprofessionele Educatie (IPE) – oftewel studenten van verschillende disciplines samen, van en over elkaar laten leren. In Denemarken al vaker geïmplementeerd, in Nederland een redelijk nieuw fenomeen. Op de kraamafdeling van OLVG West doen ze het wel. Inmiddels alweer twee jaar zeer succesvol. We lopen een dagje mee met opleider en mede-initiatiefnemer Saskia Oosterbaan en vier studenten.

8.00 uur

De afdeling ontwaakt. Zachte babygeluidjes vullen de gang. Coassistent kindergeneeskunde Mitch van Dijk en verpleegkundige Rebecca van Dijk halen op verzoek van een patiënt nog wat beleg uit de ontbijtkar, want ‘ook dat hoort erbij als je hier je IPE-week loopt’ zegt Saskia. ‘Alles is belangrijk in de zorg voor moeders en hun pasgeborenen. Dus bijvoorbeeld ook het ontbijt. Dat wil ik mijn studenten graag meegeven.’

9.00 uur

‘Onder leiding van drie tutoren dragen vier studenten een week lang zorg voor vier kraamvrouwen en pasgeborenen’, vertelt Saskia terwijl verloskundige student Nikkie Oosterveen en coassistent gynaecologie Annabel van Lieshout baby Bodi controleren. ‘Het is een soort crash course met een giga-leercurve. Ze doen alles: van controles van moeder, tot aan luiers verschonen, helpen bij het aanleggen of assisteren met de kolfmachine. Doel van interprofessionele educatie is namelijk onder andere dat studenten beseffen dat je samen verantwoordelijk bent voor de zorg van patiënten. Ieder teamlid, dus elke professie is een belangrijke schakel. Als je dit nu ervaart, blijft je hopelijk in de toekomst ook zo denken.’

10.00 uur

‘Hoeveel heeft patiënt gekolfd? Is dat veel of weinig? Moeten we dan bijvoeden, of juist niet? Moet moeder blijven kolven? En drinkt het kind zelf? Wat is jullie advies aan moeder?’ De dagelijkse bespreking om 10.00 uur tussen studenten en tutoren is vooral ook een belangrijk leermoment. Nikkie: ‘De tutoren stellen voortdurend vragen en dagen je uit zelf na te denken in plaats van het antwoord voor te kauwen.’ ‘Zo leer je bijvoorbeeld ook hoe je volledig zelfstandig een beleid maakt en wordt er verwacht dat je kunt beredeneren waarom je juist dié volgende stappen wilt zetten. Iets wat in de haast van het ziekenhuis regelmatig overgeslagen wordt’, vult Annabel aan. ‘Bovendien’, besluit Rebecca, ‘leer je heel veel van elkaar.’

11.00 uur

Tussen 11.00 en 15.00 uur gaan de twee koppels verder met de zorg van hun patiënten, het mobiliseren van moeder en het voeren van de ontslaggesprekken. Annabel: ‘Daarbij merk je dat je elkaar echt aanvult. Een studente verloskunde heeft bijvoorbeeld al veel meer ervaring met intensief patiëntencontact en kraamvrouwen.’ ‘Net als studenten verpleegkunde’, zegt Rebecca. ‘Dat is ook de reden dat een coassistent altijd gekoppeld is aan een student verpleeg- of verloskunde.’

15.15 uur

Na de overdracht om 15.00 uur aan de avonddienst, is er tussen 15.15 uur en 16.00 uur altijd een extra educatiemoment. Zo komt er iedere dinsdag een lactatiedeskundige lesgeven over borstvoeding. Mitch: ‘Voor mij als coassistent kindergeneeskunde is het allemaal wel wat onwennig – ik heb nog niet eens coschappen gynaecologie gelopen. Gelukkig heerst er een heel veilig opleidingsklimaat, waardoor je echt alles kunt vragen, zonder dat je je dom voelt.’

Meer weten over het nut van interprofessionele educatie?

Cora Visser van Amsterdam UMC, locatie VUmc, promoveerde in november 2018 op haar onderzoek naar interprofessioneel opleiden in de zorg. ‘Als artsen, verpleegkundigen en andere zorgverleners al tijdens hun studie leren samenwerken, zou dat de zorg verbeteren.